Vlaamse Laurier
Enkel laurieren afkomstig uit dit traditionele teeltgebied dragen dit label en herken je aan het BGA-logo. Deze laurier is van een voortreffelijke kwaliteit, bekomen door jarenlange gespecialiseerde teelt en snoei.
In Vlaanderen kent de laurier al sinds de 16e eeuw een generatielange traditie waarbij niet alleen de technische knowhow, maar ook het uitmuntende genetische materiaal wordt doorgegeven. Meer dan 100 jaar later is de laurier nog steeds een luxeproduct dat sinds 2015 erkend werd als Europese “beschermde geografische aanduiding”. De Vlaamse laurier is na de Gentse azalea in 2010 het tweede niet-eetbare product uit Vlaanderen dat een Europese erkenning op zak heeft.
De Vlaamse laurier in de hoofdrol, van paleis tot WK | De befaamde Vlaamse laurier vindt afnemers in binnen- en buitenland.
Een traditie van minstens vijf eeuwen oud
De oudste berichtgevingen over de Vlaamse laurierteelt dateren van de 16e eeuw. Het “Cruydeboeck” van Rembert Dodoens maakte in 1554 immers al melding van de opvallende sterke laurier. Ook in het “Kruydtboeck” van De Lobel Mathiass uit 1581 stond de laurier uit de regio rond Brugge bekend om zijn koudetolerantie en werd de stekmethode in detail besproken. In de 19e eeuw werd de Laurus nobilis bijzonder populair bij het grote publiek en ontstonden de eerste familiale laurierbedrijven. Vanaf de jaren ’50 nam de export naar het buitenland toe.
Het geheim van de Vlaamse laurier
De Vlaamse laurier is een perfect gesnoeide laurierboom met gave stam en mooie groene bladeren die minstens 5 jaar oud is en in een pot groeit. Door de stek-van-stek-methode te hanteren, ontstaan er telkens nakomelingen die identiek zijn. De meest courante snoeivormen zijn de piramides, de bollen en de zuilen.
Muse Thalia, Laurus n. ‘Angustifolia’
Willow Bay,
de laurier van de blijheid en nieuw leven
Met zijn smalle wilgeblad en fris lichtgroen kleur heeft deze laurier net dat ietsje meer, een verfrissende verschijning tussen de kuip- en terrasplanten.
Het is een ongewone verschijning die winter en zomer zijn blad en sierlijkheid behoud en zo zijn plaatsje tussen alle andere planten verdient.
De ‘Angustifolia’ is een zeer gevulde plant. Net als zijn grote broer zijn de bladeren ook perfect te gebruiken in de keuken en in bloemstukken.
Laurus nob. ‘Angustifolia’ is een zeer sterke plant, die zowel in zon als schaduw gedijt.
Muse Polyhymnia, L. n. ‘Bay Junior’
Topiary Bay,
de laurier van vrede en liefde.
‘Bay Junior’ groeit langzamer met een kleiner blad, zeer gevuld en compact. Een ideale soort voor fijnere Topiary, vormsnoei. Een verfijnde laurier met dezelfde kwaliteiten en eigenschappen zoals de Laurus nobilis.
Hedendaagse, tijdloze vormsnoei is nog steeds een belangrijk onderdeel in ieders tuin. Van Topiary tot Bonsai, de ‘Bay Junior’ laat zich leiden in vele vormen.
Maar ook in vrije groei zal deze selectie je niet teleurstellen. Het is een compacte groeier en als er al eens een tak verkeerd zit, knip je die gerust weg.
Muse Urania, Laurus n. ‘Aurea’
Golden Bay,
laurier van eeuwigheid en levenskracht.
‘Aurea’, de Golden Bay, het is niet al goud dat blinkt.
Ook de geelbladige laurier in volle zon en zomer zal je weten te bekoren.
Als hij in de winter of in de schaduw al terug groener wordt zal hij in de zomer en zonlicht
zijn kleur tonen…
Deze cultivar heeft een iets grilliger groei dan de gewone Laurus nobilis,
maar dit geeft de ‘Aurea’ dan ook wat extra charme.
De gouden laurier is op zijn best op een zonnige dag met hemelsblauwe lucht…
“Heks noch duivel, donder noch bliksem zal een man letsel toebrengen op een plek waar een laurierboom staat”. (Culpeper).
Onderhoud
Gebruik: Ideaal als terrasplant, op het balkon, in de tuin of voor de deur.
Jaarlijkse verzorging van april t/m oktober (groeiperiode).
Standplaats: Buiten, in de zon of halfschaduw.
Bij nachtvorst in het voorjaar ’s avonds binnen zetten.
Watergift: Regelmatig, kluit voldoende vochtig houden.
Bemesting: Regelmatig bijmesten.
Snoei: Eind juni lange scheuten terugsnoeien, net boven de bladoksel.
Jaarlijkse verzorging van november t/m maart (rustperiode).
Standplaats: Koele vorstvrije plaats (kan vrij donker staan).
Watergift: Sporadisch, potkluit niet laten uitdrogen.
Bemesting: Niet bijmesten.
Snoei: Strakke vormsnoei met handsnoeischaar uitvoeren.
Verpotten: Om de 2 à 4 jaar in maart, augustus of september.
Gewone potgrond is voldoende.